1. Jefke loopt naar huis.
2. Moeder bakt soms pannenkoeken.
3. Lust jij graag taart met slagroom?
4. In onze tuin staan fruitbomen.
5. Polleke eet veel fruit.
6. Onze kippen leggen eieren.
7. Ga je mee zwemmen in de zee?
8. Mijn ouders fietsen langs het kanaal.
9. Soms fiets ik met hen mee.
10. We stoppen soms om wat te rusten.
11. Vind je deze film mooi?
12. Els gaat graag naar de bioscoop.
13. Ze leest ook graag boeken.
14. Welke boeken lees jij het liefst?
15. Avonturenboeken zijn boeiend.