Werkwoorden 4de leerjaar reeks 420

Reeks 420: De ik-vorm


Maak er een ik-zinnetje van.

1. Wij spelen met de bal.
Ik met de bal.
2. Zij helpen moeder bij de afwas.
Ik moeder bij de afwas.
3. Zij legt het brood op tafel.
Ik het brood op tafel.
4. De hond drinkt water.
Ik water.
5. Vader praat met de meester.
Ik met de meester.
6. Zij kijken of er gevaar is.
Ik of er gevaar is.
7. Zij vergeten hun werkschrift.
Ik mijn werkschrift.
8. Hij vindt een knikker.
Ik een knikker.
9. Jefke fietst op straat.
Ik op straat.
10. Margriet krijgt een cadeautje.
Ik een cadeautje.