verleden tijd 2

Vul de verleden tijd in.

Klik op nakijken als de oefening gemaakt is. Verbeter daarna je fouten en klik nogmaals op nakijken.
Maak de werkwoorden langer om het te horen of gebruik eventueel 't kofschip om zeker te weten of er te(n) of de(n) achter de stam moet.

1. Nadat de deuren waren gesloten, (start) de gezagvoerder de motoren.
2. De houthakkers (vel) boom na boom.
3. Ik begreep direct dat hij haar met iemand (verwar) .
4. Op 5 december (strooi) niet Zwarte Piet, maar moeder pepernoten rond.
5. Voordat de lerares de zinnen op het bord schreef, (wis) ze de andere tekst uit.
6. Doordat hij te haastig werkte, (verpruts) hij zijn werkstuk.
7. De toeschouwers (juich) , toen de Nederlandse schaatser als eerste de finish passeerde.
8. Mijn tante (verbaas) zich erover dat haar neefje langer wilde blijven logeren.
9. Toen Ida met een lekke band langs het fietspad stond, (bof) ze dat net haar broer langskwam.
10. Tijdens de werkzaamheden in onze straat, (gebeur) het wel, dat er geen water meer uit de kraan kwam.
11. De directeur van de mavo (schors) de leerling die de brandkraan had opengedraaid.
12. Langzaam aan (slib) de haven van het stadje (dicht).
13. Door de gladheid (slip) de melkwagen, zodat hij een lantaarnpaal ramde.
14. Hij veegde de pindavelletjes die aan zijn mond (kleef) , met een papieren zakdoekje weg.
15. Sommigen hadden voor hun veertigste al een kunstgebid, omdat men destijds minder waarde (hecht) aan het behoud van iemands tanden en kiezen.
16. Doordat iemand tegen zijn arm stootte, (mors) hij koffie op het tafelkleed.
17. Ik verwachtte niet dat er iemand zou zijn die de maatregel (betwist) .
18. De bommen die onschadelijk gemaakt moesten worden, (ontploft) zonder schade aan te richten.
19. Toen de afwas klaar was, (haast) zich Astrid zich naar buiten.
20. Het werd zo benauwd in het rokerige zaaltje, dat we haast (stik) !
21. Voordat hij met het boren begon, (verdoof) de tandarts de patiënt.
22. ,,Let op het roer!" (schreeuw) de kapitein naar de stuurman.
23. Toen hun collega meedeelde dat hij had gesolliciteerd, (geloof) zij hem niet.
24. Het was een geluk, dat de lucht tegen de avond (opklaar) .