Werkwoorden 4de leerjaar reeks 433

Reeks 433: Tegenwoordige tijd


Vul de juiste vorm in.

1. blazen
Wij op een trompet.
Wie op een trompet ?
jij op een trompet ?
2. lezen
jij snel ?
Jefke erg veel.
Mieke en Els graag.
3. reizen
Piet met de trein.
Mijn ouders met het vliegtuig.
jij met ons mee ?
4. verbazen
Dat huiswerk mij toch.
5. verhuizen
Mijn vriend volgende week.
De meisjes naar een andere afdeling.
jij graag ?
6. winnen
Jefke de grootste prijs.
Maar jij helemaal niets.
Ik ook nooit ?
jij soms ?
7. vinden
Jefke een kostbare schat.
Ik nooit kostbare dingen.
jij soms iets ?