Werkwoorden 4de leerjaar reeks 434

Reeks 433: Tegenwoordige tijd


Vul de juiste vorm in.

Iemand (kloppen) aan de deur. "(durven) jij open te doen ? Ik (blijven) liever hier." Mijn broer (doen) open. Er (staan) een rare man voor de deur. Hij (schrijven) op een groot stuk papier: "Wie (proeven) er van mijn drankje ?" Ik (beven) van de schrik. Mijn jongste broertje (sterven) bijna van angst. "Jij (hoeven) mij niet te (geloven) ", zegt de rare man, "maar wie (geloven) zal heel lang leven". "Ik (leven) graag lang', (antwoorden) mijn broer, "maar toch (proeven) ik niet". De man gaat naar buiten en (graven) een putje. Hij (doen) de drank in het putje en (schuiven) er een zwaar deksel op. Op het deksel (verven) hij een raar teken. Hoe zou dat nu verder aflopen ? (Zijn) jij ook nieuwsgierig ?